“Sociale werkbedrijven moeten worden meegenomen in de transitie naar een circulaire economie.” Dat zei Alex Bonnema, tijdens een bezoek van staatssecretaris Vivianne Heijen aan Caparis, hét talent- en werkbedrijf van Friesland. Bonnema is voorzitter van de raad van bestuur van Caparis en gepassioneerd voorvechter van sociaal en duurzaam ondernemen. “Circulair en inclusief gaan hand in hand. In de nieuwe economie hebben we iedereen nodig.”
Benut de kennis, ervaring en infrastructuur
Staatssecretaris Heijnen was in Drachten op uitnodiging van Circulair Friesland, een vereniging waarvan Caparis actief lid is. De aanwezige leden - ondernemingen, overheden en onderwijsinstellingen - overhandigden de staatssecretaris een ‘krachtlijst’ van 30 circulaire uitdagingen. Het voorstel van Caparis betreft het benutten van de sociale werkbedrijven in Nederland: “Gebruik hun kennis, ervaring en infrastructuur om inclusiviteit te waarborgen bij de ontwikkeling naar een circulaire economie.”
Circulair werk
Caparis zelf wil zo snel mogelijk volledig CO2-neutraal worden. Op de daken liggen 8000 zonnepanelen en de 80 bedrijfsauto’s zijn grotendeels elektrisch. Het bedrijf richt zich vooral op het binnenhalen van werk dat bijdraagt aan de circulaire economie. En dat lukt steeds beter. Zo werken medewerkers van Caparis aan het recyclen van oude zonnepanelen, ze monteren ledlampen, verpakken hennepisolatiemateriaal en zetten elektrische auto’s (Max Mobiel) in elkaar.
Meedoen is belangrijk
“We vinden het belangrijk dat onze medewerkers worden meegenomen in onze duurzaamheidsambities,’ aldus Bonnema. “Een aantal van hen heeft bijvoorbeeld meegewerkt aan het leggen van zonnepanelen. We hebben energiemarkten georganiseerd en vragen hen om tips om energie te besparen. We proberen medewerkers te laten zien dat een kleine bijdrage al heel waardevol is. Caparis telt ongeveer tweeduizend medewerkers. Als zij allemaal één kleine verandering maken, zorgen ze samen voor een groots effect. Dat is niet alleen goed voor de planeet, maar ook voor henzelf: ze doen mee. En dáár gaat het bij Caparis om.”